As: Intergemeentelijke samenwerking handhaving ruimtelijke ordening Midden-Limburg (21 december 2016)
Vanaf 4 januari 2017 start een nieuwe intergemeentelijke samenwerking rond handhaving ruimtelijke ordening. De ruimtelijke handhaving in Genk, As, Houthalen-Helchteren, Opglabbeek en Zutendaal zal op elkaar afgestemd worden. Hiervoor werden twee extra bouwtoezichters aangeworven. Stad Genk zal de samenwerking begeleiden en coördineren.
Om deze samenwerking en het daaruit voortvloeiende handhaven op terrein en kantoor te kunnen uitvoeren en waarmaken, wordt de bestaande Handhavingscel van Genk (dat zijn verbalisanten voor ruimtelijke ordening Peter Arduwie en Claude Mulders en handhavingscoördinator Hugo De Cuyper) nu omgedoopt naar Handhavingscel I.G.S. Handhaving Ruimte MidLIM en versterkt met de twee nieuw aangeworven verbalisanten Steven Sampermans en Wim Geerdens.
De vernieuwde en uitgebreide Handhavingscel wordt binnenkort beëdigd door de gouverneur om handhavend te kunnen optreden voor het volledige grondgebied van de zone MidLIM.
De intergemeentelijke samenwerking biedt veel voordelen: kennis delen, efficiënte personeelsinzet, eenzelfde beleid over de gemeentegrenzen heen, geen verschuiving over gemeentegrenzen van onwenselijke ruimtelijke overtredingen, centrale coördinatie, aansturing en administratie en ook de gezamenlijke opmaak van een gemeentelijk handhavingsplan, zoals door het Vlaams handhavingsplan wordt opgedragen.
Er wordt gestreefd naar een uniforme handhaving binnen de samenwerkende gemeenten. Het blijft wel mogelijk dat elke gemeente haar eigen accenten legt op vlak van ruimtelijke ordening.
Zowel voor de goede ruimtelijke ordening als voor de burger, is het beter dat een bouwovertreding wordt voorkomen dan dat die achteraf moet worden hersteld. Daarom zal hoofdzakelijk ingezet worden op informeren, preventie én proactieve opsporing. Stedenbouwkundige vergunningen die werden afgeleverd zullen dus consequenter opgevolgd worden.
Vanaf de invoering van de omgevingsvergunning in 2017, zal meer en meer de nadruk gelegd worden op het zogeheten voortraject. Dat wil zeggen dat voor al gemaakte overtredingen of overtredingen die op dat moment gemaakt worden, eerst door de verbalisanten gesprekken moeten aangegaan worden met de burger. Die gaat misschien onbewust in de fout en hem of haar goed informeren en met hem of haar goede afspraken maken is misschien al voldoende om het probleem recht te zetten. De verbalisanten kunnen indien nodig de overtreder ook aanmanen of de werf in samenspraak met de betrokken partijen stilleggen.