In Limburg: Vlaanderen en Nederland vragen Europese erkenning Limburgse vlaai (7 februari 2022)
Vlaanderen en Nederlands zijn gestart met de aanvraag tot de Europese erkenning van de Limburgse Vlaai. Het gaat om de erkenning als Beschermde Geografische Aanduiding. Zo'n aanduiding gaat naar een landbouwproduct, levensmiddel of wijn afkomstig uit een bepaalde regio en met een grote faam.
"De Limburgse vlaai is een begrip. Een lekkernij met een rijke traditie. Vlaanderen telt nu al 7 Europese erkenningen en we willen de vlaai er heel graag bij, samen met onze Nederlandse collega's. Daarom starten we de procedure voor de erkenning en rekenen op een goede afloop", zegt Vlaams minister Hilde Crevits.
De Limburgse vlaai is een begrip in de beide Limburgen. Het gaat om een traditie die zeker tot de 12de eeuw teruggaat. De vlaaien waren oorspronkelijk een luxeproduct voor op feestdagen. Nu worden ze soms dagelijks verorberd. De typische karakteristieken van de vlaai zijn het resultaat van een lokale werkwijze. De vlaai maakt als streekproduct niet alleen deel uit van het Limburgs gastronomisch erfgoed, haar faam rijkt ver over de Limburgse grenzen. Ze groeide uit tot een symbool van de Limburgse provincies in beide landen.
De Limburgse vlaai is een verse goudbruin gebakken ronde taart met een diameter van minimum 10 cm en maximum 30 cm. De vlaai bestaat uit een bodem, vulling en eventueel een toplaag. De bodem van de vlaai is een gistdeeg, deze wordt gevuld met onder meer fruit, rijstpap, crème, suiker/ei vulling of een combinatie hiervan. De vlaai kan voor het bakken afgewerkt worden met een deksel, latjes of kruimels en suiker. De bodem heeft een dikte van maximum 1 cm na het bakken. Ze wordt steeds gebakken met vulling en toplaag.
Vlaanderen en Nederland eren die traditie en dienen samen een aanvraag in tot erkenning als Beschermde Geografische Aanduiding bij Europa. De vraag is ingediend bij het Departement Landbouw en Visserij door het Koninklijk Provinciaal Verbond der Brood- en Banketbakkers, Suikerbakkers en Ijsbereiders van Limburg van vzw langs Vlaamse zijde. Om erkend te worden, moet je een hele procedure doorlopen die ongeveer een jaar duurt en dan voorgelegd wordt aan Vlaamse zijde bij Vlaams minister Hilde Crevits. De Europese Commissie neemt uiteindelijk de beslissing.
Vlaanderen telt momenteel al 7 dergelijke erkenningen met het Brussels grondwitloof, het Liers Vlaaike, de Geraardbergse Mattentaarten, de Gentse Azalea, de Poperingse hopscheuten, Potjesvlees uit de Westhoek en de Vlaamse Laurier.
Archieffoto kabinet minister Crevits: Minister Crevits en burgemeester Mark Vos van Riemst met een Limburgse vlaai