Pelt: Eerste wilddetectiesysteem van Vlaanderen start in april in Limburg (19 maart 2019)
Het Limburgse Bosland wordt het eerste testgebied van een Vlaams wilddetectiesysteem. Op twee locaties langs de N73 (Kamperbaan) wordt een waarschuwingssysteem geïnstalleerd dat overstekende dieren detecteert. Bestuurders zullen vanaf dan gewaarschuwd worden met dynamische verkeersborden. "Op dit moment worden de detectoren geplaatst, daarna volgen de dynamische borden. Tegen april is het systeem operationeel", zegt Vlaams Volksvertegenwoordiger An Christiaens.
An Christiaens: "Met het wilddetectiesysteem heeft Limburg een pioniersproject voor Vlaanderen te pakken. Tijdens de testperiode zal gekeken worden of het systeem geschikt is om uit te rollen in andere bosrijke gebieden in onze regio. In onze buurlanden zorgde het al voor een spectaculaire daling van ongevallen met overstekend wild, dus hopelijk kan dit ook in Vlaanderen zorgen voor een verkeersvriendelijk en diervriendelijk wegennet."
Het wilddetectiesysteem is een project van Agentschap Wegen en Verkeer (AWV), Agentschap Natuur en Bos (ANB) en departement Omgeving. De zone tussen beide gebieden zal afgerasterd worden en er zal een geleidende structuur voorzien worden aan de oversteekplaats Enerzijds wordt er gezorgd voor afrastering met wildrasters, wildroosters en poorten om dieren te geleiden en de versnippering van het leefgebied tegen te gaan. Het traject is hier 4 km lang en dat geeft voor beide zijden een af te schermen lengte van 8 km. De kost hiervan bedraagt 396.000 euro. Het eigenlijke detectiesysteem en de dynamische borden zijn goed voor 555.000 euro.
Het wilddetectiesysteem zal gedurende minstens een jaar getest en geëvalueerd worden. Het gaat eerst ook om een gewenningsperiode, zowel voor de weggebruikers als voor de dieren zelf. Ook moet rekening gehouden worden met de periodes waarin de dieren het grootste aantal trekbewegingen maken, zoals tijdens periodes van voortplanting en de momenten waarop jonge dieren op zoek gaan naar nieuw leefgebied. Dat is gespreid in de periode mei-juni enerzijds en september-oktober anderzijds. Die twee momenten moeten worden meegenomen in de evaluatie. Dat belet niet dat tussentijds altijd aanpassingen kunnen gebeuren aan het systeem op basis van de waarnemingen. Aangezien het systeem tegen april operationeel zal zijn, kan de periode mei-juni als september-oktober al vrij snel geëvalueerd worden. Op basis van de bevindingen zal dan kunnen bekeken worden of het elders ook opportuun is om een dergelijk systeem te installeren.