Pelt: 1 op 5 Limburgse gemeenten verhoogt bedrijfsbelastingen (9 januari 2020)
"De Limburgse gemeenten geven ook in het tweede jaar van de legislatuur weinig blijk van een doordachte visie op bedrijfsbelastingen", reageert Ruben Grauls, coördinator ondernemingsclubs VKW Limburg. "Integendeel, de Limburgse bedrijven lopen steeds meer in het vizier van de gemeenten. Een tiental gemeenten voert een of meerdere tariefwijzigingen door en die zijn bijna steeds in het nadeel van de bedrijven, zo blijkt uit de analyse van de gemeentelijke belastingtarieven voor 2020 door VKW Limburg en de Contactgroep Limburgse Industrieregios (CLI).
Opvallend: de voorkeur bij een belastingverlaging gaat vooral uit naar de aanvullende personenbelasting. Hasselt, Beringen, Bilzen en Heusden-Zolder verlagen die aanvullende personenbelasting, maar compenseren dit telkens met een stijging van de opcentiemen. "Dit is absoluut geen goed signaal naar bedrijven, die daarmee een groot deel van de rekening krijgen gepresenteerd."
"Wel positief is dat opnieuw 3 gemeenten de belasting op drijfkracht van motoren afschaffen: Pelt, Maaseik en Gingelom. Andere gemeenten uiten de intentie om actief te werken aan een meer eerlijke verdeling die de inkomsten van deze archaïsche belasting compenseert. Zo zal Beringen deze belasting in 2021 ook laten verdwijnen. Valse noot is Maasmechelen, dat het tarief voor het vijfde jaar op rij verhoogt. In Pelt en Maaseik (en straks wellicht Beringen) staat tegenover de afschaffing van de motorenbelasting wel een nieuwe bedrijfsbelasting op basis van (onder meer) bedrijfsoppervlakte. Met bovendien ook nieuwe (extra!) oppervlaktebelastingen in Bilzen, Houthalen-Helchteren en vooral Genk, ziet VKW Limburg en de CLI een kwalijke tendens. In 7 Limburgse gemeenten (eerder ook al Ham en Lanaken) worden bedrijven hierdoor immers dubbel belast op hun huisvesting: enerzijds via de opcentiemen op de onroerende voorheffing en anderzijds nog eens op basis van de bebouwde of onbebouwde oppervlakte ervan."
VKW Limburg stelt al jaren de belasting drijfkracht op motoren aan de kaak. "Niet alleen is de belasting archaïsch en schrikt het potentiële nieuwe productiebedrijven af, de inning ervan vergt heel wat administratieve rompslomp. Pelt, Maaseik en Gingelom hebben dit begrepen en schaffen deze belasting in 2020 effectief af. Maasmechelen blijft hardleers en verhoogt de belasting via een jaarlijkse indexatie al voor het vijfde jaar op rij."
Ruben Grauls, coördinator ondernemingsclubs VKW Limburg: "Bepaalde gemeenten innen ook nieuwe oppervlaktebelastingen. Vooral in Genk, waar er een oppervlaktebelasting is met een plafond tot niet minder dan 175.000 euro, krijgen bedrijven in 2020 een serieuze extra rekening gepresenteerd. We blijven hameren op een afschaffing van de drijfkrachtbelasting. Onze resterende maakbedrijven moeten we koesteren, niet wegbelasten. De intensieve, tijdrovende administratieve afwikkeling van deze belasting staat bovendien meestal niet in verhouding tot de opbrengsten ervan. We juichen de afschaffing in Pelt, Maaseik en Gingelom dan ook toe. In de gemeenten waar de inkomsten wel aanzienlijk zijn, gaan we graag de dialoog aan om na te denken over een eerlijkere verdeling."
Ruben Lemmens, gedelegeerd bestuurder van VKW Limburg: "Onze bedrijven, die de voorbije jaren voor heel wat extra jobs zorgden, worden hiervoor niet beloond. Integendeel, ze krijgen in heel wat Limburgse gemeenten de rekening gepresenteerd in de vorm van hogere opcentiemen of zelfs botweg nieuwe belastingen. Een erg kwalijke tendens. Tegelijk zien we bij die gemeenten weinig of geen animo om zelf de broeksriem aan te halen of zo nodig de ambities bij te stellen. De factuur eenzijdig doorschuiven naar de plaatselijke bedrijven is makkelijk, maar zal uiteindelijk desastreus blijken voor behouden van bestaande of aantrekken van nieuwe bedrijven, bijkomende investeringen of meer werkgelegenheid. De kruik gaat maar zolang te water tot ze barst."
Ruben Grauls van VKW Limburg: "De Limburgse gemeenten geven ook in het tweede jaar van de legislatuur weinig blijk van een doordachte visie op bedrijfsbelastingen"